Aquaduct (naar) Nijmegen0000.0011

 

 Literatuur

 

- Schut, Peter, "Het enige Romeinse aquaduct van Nederland". In: Nieuwsbrief (uitgave van Rijksdienst voor de Monumentenzorg & Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek), 07-2006, blz. 6-7 ("Ons onderzoek wijst uit dat het Kerstendal de infrastructuur vormt van een Romeins aquaduct." In 1999 wees amateurarcheoloog Ben Brus de ROB op de wallen, die hij interpreteerde als behorend tot een Romiens aquaduct. Inderdaad is gebleken dat, terugrekenend vanuit de legioenvesting in Nijmegen, de hoogtelijnen kloppen. "De aardwerken blijken precies op plaatsen te liggen waar obstakels de aanleg van een waterleiding zouden bemoeilijken en ze liggen bovendien op de juiste hoogte. Het hele tracée is bijna zes kilometer lang en begint in het Kerstendal in Berg en Dal. Hier werd een duizend meter lang en tenminste elf meter diep dal uitgegraven om watervoerende lagen aan te snijden. Een bron aan het begin van het Kerstendal voedt nog steeds een beekje onder in dit dal, dat uitkomt in de vijver van Watermeerwijk: het enige overgebleven tweeduizend jaar oude stuwmeertje in noordwest-Europa. Op de kruising van de Meerwijkselaan met de Postweg is te zien dat de Postweg hoger ligt: het restant van de stuwdam." Verderop liep de waterleiding door afgedekte houten goten langs de hellingen. Bij kleine zijdalen werd de goot over een aarden dam geleid, vergelijkbaar met het principe van de bekende aquaductbruggen. Bij heuvels werden diepe geulen gegraven, om de aanleg van tunnels uit te sparen. Het aquaduct kwam uit in een groot reservoir in de legerplaats op de Hunnerberg in het castellum divisorium. Via houten en loden leidingen kwam het water uiteindelijk op de bestemde plaatsen aan.)

- Heijden, Paul van der, "Het grootste archeologisch monument van Nederland. De ontsluiting van het Romeinse aquaduct van Berg en Dal". In: Gelders Erfgoed, 2010-nr 3, blz. 4-6